| Chapter 5 |
|
Stand fast therefore in the liberty wherewith Christ hath made us free, and be not entangled again with the yoke of bondage. |
| Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen.
|
|
Behold, I Paul say unto you, that if ye be circumcised, Christ shall profit you nothing. |
| Ziet, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn.
|
|
For I testify again to every man that is circumcised, that he is a debtor to do the whole law. |
| En ik betuig wederom een iegelijk mens, die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is de gehele wet te doen.
|
|
Christ is become of no effect unto you, whosoever of you are justified by the law; ye are fallen from grace. |
| Christus is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de genade vervallen.
|
|
For we through the Spirit wait for the hope of righteousness by faith. |
| Want wij verwachten door den Geest, uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid.
|
|
For in Jesus Christ neither circumcision availeth any thing, nor uncircumcision; but faith which worketh by love. |
| Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht noch voorhuid, maar het geloof, door de liefde werkende.
|
|
Ye did run well; who did hinder you that ye should not obey the truth? |
| Gij liept wel; wie heeft u verhinderd der waarheid niet gehoorzaam te zijn?
|
|
This persuasion cometh not of him that calleth you. |
| Dit gevoelen is niet uit Hem, Die u roept.
|
|
A little leaven leaveneth the whole lump. |
| Een weinig zuurdesem verzuurt het gehele deeg.
|
|
I have confidence in you through the Lord, that ye will be none otherwise minded: but he that troubleth you shall bear his judgment, whosoever he be. |
| Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij niet anders zult gevoelen; maar die u ontroert, zal het oordeel dragen, wie hij ook zij.
|
|
And I, brethren, if I yet preach circumcision, why do I yet suffer persecution? then is the offence of the cross ceased. |
| Maar ik, broeders! Indien ik nog de besnijdenis predik, waarom word ik nog vervolgd? Zo is dan de ergernis des kruises vernietigd.
|
|
I would they were even cut off which trouble you. |
| Och, of zij ook afgesneden werden, die u onrustig maken!
|
|
For, brethren, ye have been called unto liberty; only use not liberty for an occasion to the flesh, but by love serve one another. |
| Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk gebruikt de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde.
|
|
For all the law is fulfilled in one word, even in this; Thou shalt love thy neighbour as thyself. |
| Want de gehele wet wordt in een woord vervuld, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven.
|
|
But if ye bite and devour one another, take heed that ye be not consumed one of another. |
| Maar indien gij elkander bijt en vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
|
|
This I say then, Walk in the Spirit, and ye shall not fulfil the lust of the flesh. |
| En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses niet.
|
|
For the flesh lusteth against the Spirit, and the Spirit against the flesh: and these are contrary the one to the other: so that ye cannot do the things that ye would. |
| Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet.
|
|
But if ye be led of the Spirit, ye are not under the law. |
| Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet.
|
|
Now the works of the flesh are manifest, which are these; Adultery, fornication, uncleanness, lasciviousness, |
| De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid,
|
|
Idolatry, witchcraft, hatred, variance, emulations, wrath, strife, seditions, heresies, |
| Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen,
|
|
Envyings, murders, drunkenness, revellings, and such like: of the which I tell you before, as I have also told you in time past, that they which do such things shall not inherit the kingdom of God. |
| Nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van dewelke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het KoninkrijkGods niet zullen beerven.
|
|
But the fruit of the Spirit is love, joy, peace, longsuffering, gentleness, goodness, faith, |
| Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
|
|
Meekness, temperance: against such there is no law. |
| Tegen de zodanigen is de wet niet.
|
|
And they that are Christ's have crucified the flesh with the affections and lusts. |
| Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden.
|
|
If we live in the Spirit, let us also walk in the Spirit. |
| Indien wij door den Geest leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen.
|
|
Let us not be desirous of vain glory, provoking one another, envying one another. |
| Laat ons niet zijn zoekers van ijdele eer, elkander tergende, elkander benijdende.
|