| Chapter 1 |
|
The elder unto the elect lady and her children, whom I love in the truth; and not I only, but also all they that have known the truth; |
| De ouderling aan de uitverkoren vrouwe en aan haar kinderen, die ik in waarheid liefheb, en niet alleen ik, maar ook allen, die de waarheid gekend hebben;
|
|
For the truth's sake, which dwelleth in us, and shall be with us for ever. |
| Om der waarheid wil, die in ons blijft, en met ons zal zijn in der eeuwigheid:
|
|
Grace be with you, mercy, and peace, from God the Father, and from the Lord Jesus Christ, the Son of the Father, in truth and love. |
| Genade, barmhartigheid, vrede zij met ulieden van God den Vader, en van den Heere Jezus Christus, den Zoon des Vaders, in waarheid en liefde.
|
|
I rejoiced greatly that I found of thy children walking in truth, as we have received a commandment from the Father. |
| Ik ben zeer verblijd geweest, dat ik van uw kinderen gevonden heb, die in de waarheid wandelen, gelijk wij een gebod ontvangen hebben van den Vader.
|
|
And now I beseech thee, lady, not as though I wrote a new commandment unto thee, but that which we had from the beginning, that we love one another. |
| En nu bid ik u, uitverkoren vrouwe, niet als u schrijvende een nieuw gebod, maar hetgeen wij gehad hebben van den beginne, namelijk dat wij elkander liefhebben.
|
|
And this is love, that we walk after his commandments. This is the commandment, That, as ye have heard from the beginning, ye should walk in it. |
| En dit is de liefde, dat wij wandelen naar Zijn geboden. Dit is het gebod, gelijk gijlieden van den beginne gehoord hebt, dat gij in hetzelve zoudt wandelen.
|
|
For many deceivers are entered into the world, who confess not that Jesus Christ is come in the flesh. This is a deceiver and an antichrist. |
| Want er zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Deze is de verleider en de antichrist.
|
|
Look to yourselves, that we lose not those things which we have wrought, but that we receive a full reward. |
| Ziet toe voor uzelven, dat wij niet verliezen, hetgeen wij gearbeid hebben, maar een vol loon mogen ontvangen.
|
|
Whosoever transgresseth, and abideth not in the doctrine of Christ, hath not God. He that abideth in the doctrine of Christ, he hath both the Father and the Son. |
| Een iegelijk, die overtreedt, en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; die in de leer van Christus blijft, deze heeft beiden den Vader en den Zoon.
|
|
If there come any unto you, and bring not this doctrine, receive him not into your house, neither bid him God speed: |
| Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot hem niet: Zijt gegroet.
|
|
For he that biddeth him God speed is partaker of his evil deeds. |
| Want die tot hem zegt: Zijt gegroet, die heeft gemeenschap aan zijn boze werken.
|
|
Having many things to write unto you, I would not write with paper and ink: but I trust to come unto you, and speak face to face, that our joy may be full. |
| Ik heb veel aan ulieden te schrijven, doch ik heb niet gewild door papier en inkt; maar ik hoop tot ulieden te komen, en mond tot mond met u te spreken, opdat onzeblijdschap volkomen moge zijn.
|
|
The children of thy elect sister greet thee. Amen. |
|
|