King James Bible - Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

1st Corinthians 15
1 Corinthiërs 15     

The First Epistle of Paul the Apostle to the Corinthians
1 Corinthiërs

Return to Index
Index

Chapter 16

Now concerning the collection for the saints, as I have given order to the churches of Galatia, even so do ye.

 

Aangaande nu de verzameling, die voor de heiligen geschiedt, gelijk als ik aan de Gemeenten in Galatie verordend heb, doet ook gij alzo.

Upon the first day of the week let every one of you lay by him in store, as God hath prospered him, that there be no gatherings when I come.

 

Op elken eersten dag der week, legge een iegelijk van u iets bij zichzelven weg, vergaderende een schat, naar dat hij welvaren verkregen heeft; opdat deverzamelingen alsdan niet eerst geschieden, wanneer ik gekomen zal zijn.

And when I come, whomsoever ye shall approve by your letters, them will I send to bring your liberality unto Jerusalem.

 

En wanneer ik daar zal gekomen zijn, zal ik hen, die gij zult bekwaam achten door brieven, zenden, om uw gave naar Jeruzalem over te dragen.

And if it be meet that I go also, they shall go with me.

 

En indien het der moeite waardig mocht zijn, dat ik ook zelf reizen zou, zo zullen zij met mij reizen.

Now I will come unto you, when I shall pass through Macedonia: for I do pass through Macedonia.

 

Doch ik zal tot u komen, wanneer ik Macedonie zal doorgegaan zijn, (want ik zal door Macedonie gaan);

And it may be that I will abide, yea, and winter with you, that ye may bring me on my journey whithersoever I go.

 

En ik zal mogelijk bij u blijven, of ook overwinteren, opdat gij mij moogt geleiden, waar ik zal henenreizen.

For I will not see you now by the way; but I trust to tarry a while with you, if the Lord permit.

 

Want ik wil u nu niet zien in het voorbijgaan, maar ik hoop enigen tijd bij u te blijven, indien het de Heere zal toelaten.

But I will tarry at Ephesus until Pentecost.

 

Maar ik zal te Efeze blijven tot den pinkster dag.

For a great door and effectual is opened unto me, and there are many adversaries.

 

Want mij is een grote en krachtige deur geopend, en er zijn vele tegenstanders.

Now if Timotheus come, see that he may be with you without fear: for he worketh the work of the Lord, as I also do.

 

Zo nu Timotheus komt, ziet, dat hij buiten vreze bij u zij; want hij werkt het werk des Heeren, gelijk als ik.

Let no man therefore despise him: but conduct him forth in peace, that he may come unto me: for I look for him with the brethren.

 

Dat hem dan niemand verachte; maar geleidt hem in vrede, opdat hij tot mij kome; want ik verwacht hem met de broederen.

As touching our brother Apollos, I greatly desired him to come unto you with the brethren: but his will was not at all to come at this time; but he will come when he shall have convenient time.

 

En wat aangaat Apollos, den broeder, ik heb hem zeer gebeden, dat hij met de broederen tot u komen zou; maar het was ganselijk zijn wil niet, dat hij nu zoukomen; doch hij zal komen, wanneer het hem wel gelegen zal zijn.

Watch ye, stand fast in the faith, quit you like men, be strong.

 

Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk.

Let all your things be done with charity.

 

Dat al uw dingen in de liefde geschieden.

I beseech you, brethren, (ye know the house of Stephanas, that it is the firstfruits of Achaia, and that they have addicted themselves to the ministry of the saints,)

 

En ik bid u, broeders, gij kent het huis van Stefanas, dat het is de eersteling van Achaje, en dat zij zichzelven den heiligen ten dienst hebben geschikt;

That ye submit yourselves unto such, and to every one that helpeth with us, and laboureth.

 

Dat gij ook u aan de zodanigen onderwerpt, en aan een iegelijk, die medewerkt en arbeidt.

I am glad of the coming of Stephanas and Fortunatus and Achaicus: for that which was lacking on your part they have supplied.

 

En ik verblijde mij over de aankomst van Stefanas, en Fortunatus, en Achaikus, want dezen hebben vervuld hetgeen mij aan u ontbrak;

For they have refreshed my spirit and yours: therefore acknowledge ye them that are such.

 

Want zij hebben mijn geest verkwikt, en ook den uwen. Erkent dan de zodanigen.

The churches of Asia salute you. Aquila and Priscilla salute you much in the Lord, with the church that is in their house.

 

U groeten de Gemeenten van Azie. U groeten zeer in den Heere Aquila en Priscilla, met de Gemeente, die te hunnen huize is.

All the brethren greet you. Greet ye one another with an holy kiss.

 

U groeten al de broeders. Groet elkander met een heiligen kus.

The salutation of me Paul with mine own hand.

 

De groetenis met mijn hand van Paulus.

If any man love not the Lord Jesus Christ, let him be Anathema Maranatha.

 

Indien iemand den Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maran-atha!

The grace of our Lord Jesus Christ be with you.

 

De genade van den Heere Jezus Christus zij met u.

My love be with you all in Christ Jesus. Amen. The first epistle to the Corinthians was written from Philippi by Stephanas and Fortunatus and Achaicus and Timotheus.

 

2nd Corinthians 1 - 2 Corinthiërs 1

 

 

 

SpeakingBible Software © 2001-2004 by johnhurt.com