King James Bible - Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Matthew 3
Mattheüs 3     

The Gospel According to St. Matthew
Mattheüs

Return to Index
Index

Chapter 4

Then was Jesus led up of the Spirit into the wilderness to be tempted of the devil.

 

Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel.

And when he had fasted forty days and forty nights, he was afterward an hungred.

 

En als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, hongerde Hem ten laatste.

And when the tempter came to him, he said, If thou be the Son of God, command that these stones be made bread.

 

En de verzoeker, tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden.

But he answered and said, It is written, Man shall not live by bread alone, but by every word that proceedeth out of the mouth of God.

 

Doch Hij, antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat.

Then the devil taketh him up into the holy city, and setteth him on a pinnacle of the temple,

 

Toen nam Hem de duivel mede naar de heilige stad, en stelde Hem op de tinne des tempels;

And saith unto him, If thou be the Son of God, cast thyself down: for it is written, He shall give his angels charge concerning thee: and in their hands they shall bear thee up, lest at any time thou dash thy foot against a stone.

 

En zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op dehanden zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot.

Jesus said unto him, It is written again, Thou shalt not tempt the Lord thy God.

 

Jezus zeide tot hem: Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken.

Again, the devil taketh him up into an exceeding high mountain, and sheweth him all the kingdoms of the world, and the glory of them;

 

Wederom nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid;

And saith unto him, All these things will I give thee, if thou wilt fall down and worship me.

 

En zeide tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij, nedervallende, mij zult aanbidden.

Then saith Jesus unto him, Get thee hence, Satan: for it is written, Thou shalt worship the Lord thy God, and him only shalt thou serve.

 

Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen.

Then the devil leaveth him, and, behold, angels came and ministered unto him.

 

Toen liet de duivel van Hem af; en ziet, de engelen zijn toegekomen, en dienden Hem.

Now when Jesus had heard that John was cast into prison, he departed into Galilee;

 

Als nu Jezus gehoord had, dat Johannes overgeleverd was, is Hij wedergekeerd naar Galilea;

And leaving Nazareth, he came and dwelt in Capernaum, which is upon the sea coast, in the borders of Zabulon and Nephthalim:

 

En Nazareth verlaten hebbende, is komen wonen te Kapernaum, gelegen aan de zee, in de landpale van Zebulon en Nafthali;

That it might be fulfilled which was spoken by Esaias the prophet, saying,

 

Opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, zeggende:

The land of Zabulon, and the land of Nephthalim, by the way of the sea, beyond Jordan, Galilee of the Gentiles;

 

Het land Zebulon en het land Nafthali aan den weg der zee over de Jordaan, Galilea der volken;

The people which sat in darkness saw great light; and to them which sat in the region and shadow of death light is sprung up.

 

Het volk, dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en dengenen, die zaten in het land en de schaduwe des doods, denzelven is een licht opgegaan.

From that time Jesus began to preach, and to say, Repent: for the kingdom of heaven is at hand.

 

Van toen aan heeft Jezus begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.

And Jesus, walking by the sea of Galilee, saw two brethren, Simon called Peter, and Andrew his brother, casting a net into the sea: for they were fishers.

 

En Jezus, wandelende aan de zee van Galilea, zag twee broeders, namelijk Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder, het net in de zee werpende (wantzij waren vissers);

And he saith unto them, Follow me, and I will make you fishers of men.

 

En Hij zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal u vissers der mensen maken.

And they straightway left their nets, and followed him.

 

Zij dan, terstond de netten verlatende, zijn Hem nagevolgd.

And going on from thence, he saw other two brethren, James the son of Zebedee, and John his brother, in a ship with Zebedee their father, mending their nets; and he called them.

 

En Hij, van daar voortgegaan zijnde, zag twee andere broeders, namelijk Jakobus, den zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder, in het schip met hunvader Zebedeus, hun netten vermakende, en heeft hen geroepen.

And they immediately left the ship and their father, and followed him.

 

Zij dan, terstond verlatende het schip en hun vader, zijn Hem nagevolgd.

And Jesus went about all Galilee, teaching in their synagogues, and preaching the gospel of the kingdom, and healing all manner of sickness and all manner of disease among the people.

 

En Jezus omging geheel Galilea, lerende in hun synagogen en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk.

And his fame went throughout all Syria: and they brought unto him all sick people that were taken with divers diseases and torments, and those which were possessed with devils, and those which were lunatick, and those that had the palsy; and he healed them.

 

En Zijn gerucht ging van daar uit in geheel Syrie; en zij brachten tot Hem allen, die kwalijk gesteld waren, met verscheidene ziekten en pijnen bevangen zijnde,en van den duivel bezeten, en maanzieken en geraakten; en Hij genas dezelve.

And there followed him great multitudes of people from Galilee, and from Decapolis, and from Jerusalem, and from Judaea, and from beyond Jordan.

 

En vele scharen volgden Hem na, van Galilea en van Dekapolis, en van Jeruzalem, en van Judea, en van over de Jordaan.

Matthew 5 - Mattheüs 5

 

 

 

SpeakingBible Software © 2001-2004 by johnhurt.com