King James Bible - Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalms 81
Psalmen 81     

The Book of Psalms
Psalmen

Return to Index
Index

Chapter 82

A Psalm of Asaph. God standeth in the congregation of the mighty; he judgeth among the gods.

 

Een psalm van Asaf. God staat in de vergadering Godes; Hij oordeelt in het midden der goden;

How long will ye judge unjustly, and accept the persons of the wicked? Selah.

 

Hoe lang zult gijlieden onrecht oordelen, en het aangezicht der goddelozen aannemen? Sela.

Defend the poor and fatherless: do justice to the afflicted and needy.

 

Doet recht den arme en den wees; rechtvaardigt den verdrukte en den arme.

Deliver the poor and needy: rid them out of the hand of the wicked.

 

Verlost den arme en den behoeftige, rukt hem uit der goddelozen hand.

They know not, neither will they understand; they walk on in darkness: all the foundations of the earth are out of course.

 

Zij weten niet, en verstaan niet; zij wandelen steeds in duisternis; dies wankelen alle fondamenten der aarde.

I have said, Ye are gods; and all of you are children of the most High.

 

Ik heb wel gezegd: Gij zijt goden; en gij zijt allen kinderen des Allerhoogsten;

But ye shall die like men, and fall like one of the princes.

 

Nochtans zult gij sterven als een mens; en als een van de vorsten zult gij vallen.

Arise, O God, judge the earth: for thou shalt inherit all nations.

 

Sta op, o God! oordeel het aardrijk, want Gij bezit alle natien. Psalmen 83

Psalms 83 - Psalmen 83

 

 

 

SpeakingBible Software © 2001-2004 by johnhurt.com