King James Bible - Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Titus 1
Titus 1     

The Epistle of Paul to Titus
Titus

Return to Index
Index

Chapter 2

But speak thou the things which become sound doctrine:

 

Doch gij, spreek hetgeen der gezonde leer betaamt.

That the aged men be sober, grave, temperate, sound in faith, in charity, in patience.

 

Dat de oude mannen nuchter zijn, stemmig, voorzichtig, gezond in het geloof, in de liefde, in de lijdzaamheid.

The aged women likewise, that they be in behaviour as becometh holiness, not false accusers, not given to much wine, teachers of good things;

 

De oude vrouwen insgelijks, dat zij in haar dracht zijn, gelijk den heiligen betaamt, dat zij geen lasteraarsters zijn, zich niet tot veel wijns begevende, maar leraressenzijn van het goede;

That they may teach the young women to be sober, to love their husbands, to love their children,

 

Opdat zij de jonge vrouwen leren voorzichtig te zijn, haar mannen lief te hebben, haar kinderen lief te hebben;

To be discreet, chaste, keepers at home, good, obedient to their own husbands, that the word of God be not blasphemed.

 

Matig te zijn, kuis te zijn, het huis te bewaren, goed te zijn, haar eigen mannen onderdanig te zijn, opdat het Woord Gods niet gelasterd worde.

Young men likewise exhort to be sober minded.

 

Vermaan den jonge mannen insgelijks, dat zij matig zijn.

In all things shewing thyself a pattern of good works: in doctrine shewing uncorruptness, gravity, sincerity,

 

Betoon uzelven in alles een voorbeeld van goede werken, betoon in de leer onvervalstheid, deftigheid, oprechtheid;

Sound speech, that cannot be condemned; that he that is of the contrary part may be ashamed, having no evil thing to say of you.

 

Het woord gezond en onverwerpelijk, opdat degene, die daartegen is, beschaamd worde, en niets kwaads hebbe van ulieden te zeggen.

Exhort servants to be obedient unto their own masters, and to please them well in all things; not answering again;

 

Vermaan den dienstknechten, dat zij hun eigen heren onderdanig zijn, dat zij in alles welbehagelijk zijn, niet tegensprekende;

Not purloining, but shewing all good fidelity; that they may adorn the doctrine of God our Saviour in all things.

 

Niet onttrekkende, maar alle goede trouw bewijzende; opdat zij de leer van God, onzen Zaligmaker, in alles mogen versieren.

For the grace of God that bringeth salvation hath appeared to all men,

 

Want de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen.

Teaching us that, denying ungodliness and worldly lusts, we should live soberly, righteously, and godly, in this present world;

 

En onderwijst ons, dat wij, de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, matig en rechtvaardig, en godzalig leven zouden in deze tegenwoordigewereld;

Looking for that blessed hope, and the glorious appearing of the great God and our Saviour Jesus Christ;

 

Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van den groten God en onzen Zaligmaker Jezus Christus;

Who gave himself for us, that he might redeem us from all iniquity, and purify unto himself a peculiar people, zealous of good works.

 

Die Zichzelven voor ons gegeven heeft, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en Zichzelven een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken.

These things speak, and exhort, and rebuke with all authority. Let no man despise thee.

 

Spreek dit, en vermaan, en bestraf met allen ernst. Dat niemand u verachte.

Titus 3 - Titus 3

 

 

 

SpeakingBible Software © 2001-2004 by johnhurt.com