King James Bible - Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Colossians 2
Colossenzen 2     

The Epistle of Paul the Apostle to the Colossians
Colossenzen

Return to Index
Index

Chapter 3

If ye then be risen with Christ, seek those things which are above, where Christ sitteth on the right hand of God.

 

Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechter hand Gods.

Set your affection on things above, not on things on the earth.

 

Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn.

For ye are dead, and your life is hid with Christ in God.

 

Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God.

When Christ, who is our life, shall appear, then shall ye also appear with him in glory.

 

Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.

Mortify therefore your members which are upon the earth; fornication, uncleanness, inordinate affection, evil concupiscence, and covetousness, which is idolatry:

 

Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinigheid, schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst.

For which things' sake the wrath of God cometh on the children of disobedience:

 

Om welke de toorn Gods komt over de kinderen der ongehoorzaamheid;

In the which ye also walked some time, when ye lived in them.

 

In dewelke ook gij eertijds hebt gewandeld, toen gij in dezelve leefdet.

But now ye also put off all these; anger, wrath, malice, blasphemy, filthy communication out of your mouth.

 

Maar nu legt ook gij dit alles af, namelijk gramschap, toornigheid, kwaadheid, lastering, vuil spreken uit uw mond.

Lie not one to another, seeing that ye have put off the old man with his deeds;

 

Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken,

And have put on the new man, which is renewed in knowledge after the image of him that created him:

 

En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft;

Where there is neither Greek nor Jew, circumcision nor uncircumcision, Barbarian, Scythian, bond nor free: but Christ is all, and in all.

 

Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar en Scyth, dienstknecht en vrije; maar Christus is alles en in allen.

Put on therefore, as the elect of God, holy and beloved, bowels of mercies, kindness, humbleness of mind, meekness, longsuffering;

 

Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid,lankmoedigheid;

Forbearing one another, and forgiving one another, if any man have a quarrel against any: even as Christ forgave you, so also do ye.

 

Verdragende elkander, en vergevende de een den anderen, zo iemand tegen iemand enige klacht heeft; gelijkerwijs als Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo.

And above all these things put on charity, which is the bond of perfectness.

 

En boven dit alles doet aan de liefde, dewelke is de band der volmaaktheid.

And let the peace of God rule in your hearts, to the which also ye are called in one body; and be ye thankful.

 

En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar.

Let the word of Christ dwell in you richly in all wisdom; teaching and admonishing one another in psalms and hymns and spiritual songs, singing with grace in your hearts to the Lord.

 

Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere metaangenaamheid in uw hart.

And whatsoever ye do in word or deed, do all in the name of the Lord Jesus, giving thanks to God and the Father by him.

 

En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem.

Wives, submit yourselves unto your own husbands, as it is fit in the Lord.

 

Gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig, gelijk het betaamt in den Heere.

Husbands, love your wives, and be not bitter against them.

 

Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd tegen haar.

Children, obey your parents in all things: for this is well pleasing unto the Lord.

 

Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in alles, want dat is de Heere welbehagelijk.

Fathers, provoke not your children to anger, lest they be discouraged.

 

Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.

Servants, obey in all things your masters according to the flesh; not with eyeservice, as menpleasers; but in singleness of heart, fearing God:

 

Gij dienstknechten, zijt in alles gehoorzaam uw heren naar het vlees, niet met ogendiensten als mensenbehagers, maar met eenvoudigheid des harten, vrezende God.

And whatsoever ye do, do it heartily, as to the Lord, and not unto men;

 

En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet den mensen;

Knowing that of the Lord ye shall receive the reward of the inheritance: for ye serve the Lord Christ.

 

Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen de vergelding der erfenis; want gij dient de Heere Christus.

But he that doeth wrong shall receive for the wrong which he hath done: and there is no respect of persons.

 

Maar die onrecht doet, die zal het onrecht dragen, dat hij gedaan heeft; en er is geen aanneming des persoons.

Colossians 4 - Colossenzen 4

 

 

 

SpeakingBible Software © 2001-2004 by johnhurt.com